dinsdag 26 maart 2013

De barometer van La Galleria

Mooiweervoetballers. Types die op een zomeravond beter presteren dan op een kapotgevroren veld met handschoenen aan en een shirt met lange mouwen. Een woedende Van Basten smeet in 2008 nog met de term, toen zijn Ajax op een natgeregend veld in Heerenveen met 5-2 onderuit ging. “Alsof ze voor het eerst in de regen speelden,” klaagde de voormalig Milan-grootheid.

François Menno Knoote moet ook zo’n speler geweest zijn. Hij vertrok in 1905 naar Milaan, om operazangles te nemen bij maestro Giuseppe Oxilia. In die tijd een wereldreis, dus Knoote moest een behoorlijke zak geld hebben. Hij dwaalde rond in de hogere klasse van de stad, bezocht Amerikaanse barretjes rondom het splinternieuwe winkelcentrum La Galleria en kwam zo in contact met de gebroeders Pirelli, van de bandenfabriek. Die hadden een voetbalclubje in de stad, AC Milan. En aangezien Knoote in Nederland ook al op een aardig niveau had gespeeld, werd de transfer nog dezelfde avond beklonken.

Een ongelukkige combinatie, hijgend achter een bal aan rennen en operazangles. Zeker als de lucht een beetje vochtig is, kun je je stembanden totaal naar de knoppen helpen. Knoote had dat dondersgoed in de gaten. Voor iedere wedstrijd keek hij bij La Galleria op de barometer om te zien hoe het weer tijdens de wedstrijd zou zijn. Was het niet naar z’n zin, dan zei de Nederlandse mooiweervoetballer zonder pardon: “Ik speel niet mee.” Met historicus Luigi La Rocca ben ik naar de Milanese winkelpassage geweest. Toeristen met tassen vol exclusieve kleding en de geur van peperdure espresso, maar geen spoor meer van een barometer.

De stembandobsessie van François Menno Knoote ging verder dan La Galleria. De eerste Nederlandse voetballer in Italië speelde een handjevol officiële wedstrijden. Als spits, als middenvelder, zelfs als keeper. Na een plotselinge regenbui tijdens een van die partijtjes, bleek Milan nog maar met 10 man op het veld te staan. Knoote was er als een haas vandoor gegaan bij het voelen van de eerste druppels.

Na een paar jaar bij Milan kwam er een einde aan de rood-zwarte carrière van Knoote. Niet uit eigen beweging, en ook niet omdat z’n teamgenoten z’n sterallures zat waren. Na een artikel in de Gazzetta dello Sport over de overvloed aan buitenlandse spelers in de Italiaanse competitie, stelde de voetbalbond de regel in dat alleen nog volledig Italiaanse teams het veld op mochten. Knoote richtte met een dikke veertig anderen een nieuwe club op in Milaan: Internazionale, waar wel buitenlanders mochten meevoetballen.

Een Nederlander die de basis legde voor een van de grootste wedstrijden van het hedendaagse voetbal. Dé derby, tussen twee elftallen die het gigantische stadion San Siro met elkaar delen. Voetbaljournalist Alessandro Villa lepelt zo een rijtje Nederlanders op die ‘m speelden. “Wilkes, Gullit, Van Basten, Rijkaard, Sneijder, …” Stuk voor stuk grootheden. Toch floot het publiek ze genadeloos uit als ze slecht speelden. Regen of geen regen. “Het publiek van San Siro lijkt op de loggionisti in theater La Scala in Milaan, het kritische publiek op de staanplaatsen. Een valse noot wordt gegarandeerd gevolgd door een snerpend fluitconcert.” San Siro en La Scala. Een type als Knoote zou
het in beide theaters niet lang volhouden.

Over Knoote is nooit een documentaire gemaakt. Er wordt aan gewerkt…

0 reacties:

Een reactie posten